Het fraudetaboe is doorbroken en over drie tot vijf jaar weten we niet beter. Dan komt de toezichthouder wellicht met een brede evaluatie van het aangescherpte Accountant & Fraude beleid bij accountantsorganisaties. Wat zou er in dat AFM-rapport 2025 kunnen staan? Misschien wel een opsomming van maatregelen die verkeerd zijn gelopen wegens tijdsdruk bij de invoering en wegens budgetdruk bij de uitvoering. De kantoren kunnen hierop anticiperen.
Allereerst moet Accountant & Fraude beleid deel uitmaken van het riskmanagement van accountantsorganisaties. Alle aandacht is nu gericht op fraudedetectie tijdens de controle. Maar preventie hoort er ook bij. Zo kun je beter klanten weren die het niet zo nou nemen met de wet- en regelgeving, dan extra tijd besteden aan fraudedetectie bij zo’n klant. Elke partner-accountant beoordeelt dit voor zijn klanten en het kantoor volgt dit op voor de hele klantenportefeuille. Verder moet de controle niet verzanden in slimme data-analyses op transacties terwijl het anti-fraudebeleid van de klant tekortkomingen vertoont. In beide voorbeelden is de klant het probleem, niet de accountantscontrole.
Verder dient het kantoor ervoor te zorgen dat de fraude-expertise wordt ingezet bij de meest risicovolle klanten en direct bij de planning van de controle. De fraude-expert moet dus aanwezig zijn bij de pre-audit meetings van het team en met de klant. Hij moet niet om budgettaire redenen in een reactieve rol terechtkomen. Hier ligt een belangrijke rol voor de kantoorleiding.
Voorts moet de fraude-expertise van accountants worden ge-update. Na enkele jaren van intensieve trainingen zullen zij meer bewust zijn van frauderisico en beter getraind in het herkennen van signalen. Maar binnen enkele jaren zijn er nieuwe fraudefenomenen en varianten en is die kennis verouderd. De inschakeling van fraude expertise kan dus niet worden afgebouwd maar gaat over in permanente educatie, hulp bij het onderzoeken van fraudesignalen en vernieuwende tooling. Ondersteuning blijft dus nodig. Binnen vijf jaar wil de toezichthouder kunnen vaststellen dat we frauderisico’s substantieel beter aanpakken dan vandaag.
Vervolgens kunnen we erop rekenen dat de jaarrekeningcontrole hierdoor meer gaat kosten, zeker als er fraudesignalen moeten worden onderzocht. Het is zelfs denkbaar dat forensische experts/accountants beoordelingen gaan doen van de antifraude-systemen van klanten, zoals IT-auditors dat doen voor de IT-systemen. Dit om te beoordelen of de accountant op die systemen kan steunen. Accountants moeten niet vergeten om dat mee te nemen in de onderhandeling van het controlebudget en de opdrachtvoorwaarden. Dit is al iets voor de zomer van 2021.
Ten slotte moet worden voorkomen dat het project Accountant & Fraude een korte steekvlam wordt. De kantoorleiding heeft dit zelf in de hand. Het project dient te leiden tot een duurzame en zichtbare versterking van het controleproces en de omkadering daarvan. Meetbare verbeteringen zullen enkele jaren op zich laten wachten. Er is namelijk sprake van achterstanden en die dienen eerst te worden weggewerkt (kennis, tools, klantenportefeuille, ondersteuning …). Verder moeten de klanten in die jaren parallel dezelfde beweging maken: op orde brengen van hun fraude riskmanagement. In dat kader verwijs ik naar de best-practice over fraude riskmanagement die beroepsorganisatie NBA dit jaar nog wil uitbrengen.
Als dat allemaal lukt dan is er in 2025 sprake van een duurzame versterking die de kantoren met zorg warm moeten houden: geen steekvlam, maar een waakvlam en dan kan de toezichthouder een vreugdevuur ontsteken.
Drs Evert Jan Lammers RA is forensisch accountant bij EBBEN Partners en ondersteunt bedrijven en accountants met forensische oplossingen. Wilt u meer weten over onze dienstverlening neem dan contact op met één van onze specialisten: