Governancestructuren zijn ontwerpen om helderheid te brengen in rollen, verantwoordelijkheden en besluitvorming. In de praktijk blijken die structureren echter niet altijd bestand tegen spanning. Wanneer druk, publieke aandacht of interne verdeeldheid toenemen, kunnen de afspraken die ooit rust boden juist gaan knellen.
Bij EBBEN Partners zien we dit terug in verschillende governanceonderzoeken die wij uitvoeren, onder meer in de (semi)publieke sector. Eén recent onderzoek laat scherp zien wat er gebeurt als de formele verhoudingen niet langer aansluiten op de dagelijkse werkelijkheid van samenwerking. De lessen uit deze casus zijn breder toepasbaar voor bestuurders en toezichthouders die willen begrijpen hoe structuur en gedrag elkaar beïnvloeden.
De aanleiding voor het onderzoek was een organisatie waarin de verhoudingen tussen bestuur, toezicht en professionals onder druk stonden. Verschillende partijen hadden het gevoel dat toezicht en professionals onder druk stonden. Verschillende partijen hadden het gevoel dat besluitvorming stroperig verliep en dat verantwoordelijkheden niet altijd helder waren.
Er ontstond een patroon van toenemende irritatie: besluiten werden formeel genomen, maar de uitvoering stokte. De raad van toezicht signaleerde dat de samenwerking vastliep, en vroeg EBBEN Partners om onafhankelijk te onderzoeken hoe de governance in de praktijk functioneerde én vooral waarom de structuur niet meer het gewenste houvast bood.
Het onderzoek richtte zich niet alleen op de formele kant van governance (statuten, reglementen, procedures), maar vooral op de ‘menselijke dynamiek’ die daaronder schuilging.
Door documentanalyse, interviews en duiding van terugkerende patronen werd inzichtelijk hoe communicatie, onderling vertrouwen en verwachtingen zich hadden ontwikkeld. Het onderzoek bracht naar voren dat het niet ontbrak aan regels of kaders, maar aan een gedeeld begrip van wat die in de praktijk betekenden.
Deze integrale benadering, waarin structuur en gedrag in samenhang worden onderzocht, bleek cruciaal. Het functioneren van de governance is immers geen sec juridisch vraagstuk, maar met name een relationeel proces.
Uit het onderzoek kwam naar voren dat de formele structuur zorgvuldig was ontwerpen, met verschillende gremia die elk een duidelijke rol hadden in het besluitvormingsproces. In de praktijk bleek die gelaagdheid echter een bron van spanning. Zo bleek het volgende:
De structuur hield formeel stand, maar bood in de praktijk onvoldoende helderheid. Het gevolg was dat beslissingen steeds vaker onderwerp werden van interpretatie en herhaling; een teken dat rolzuiverheid en bestuurlijke verhoudingen onder druk stonden.
Dit leidde niet tot wanbestuur, maar wel tot bestuurlijk ongemak: mensen deden hun dagelijkse werk naar eer en geweten, maar binnen een systeem dat onvoldoende steun bood om verschillen in rol en perspectief te hanteren.
Het leidde in de praktijk tot dilemma’s die voor veel bestuurders en toezichthouders herkenbaar zijn. zo ontstond regelmatig de vraag wanneer het toezicht actief moest interveniëren, en wanneer het juist gepast was om afstand te houden en het bestuur ruimte te geven. Daarnaast speelde het dilemma tussen formele verantwoordelijkheid en moreel leiderschap: mag je als bestuurder ingrijpen in kwesties die formeel niet onder jouw mandaat vallen, maar die wél impact hebben op de reputatie of integriteit van de organisatie?
EBBEN Partners formuleerde naar aanleiding van het onderzoek enkele aanbevelingen die breder toepasbaar zijn binnen governance-structuren met meerdere gremia:
De rode draad is dat goed bestuur niet alleen vraagt om heldere kaders, maar ook om persoonlijk leiderschap bij het omgaan met dilemma’s. governance is geen statisch bouwwerk, maar een levend proces van afwegen, luisteren en handelen met maat.
Deze casus laat zien dat governanceproblemen zelden ontstaan uit onwil of gebrek aan kwaliteit, maar uit onduidelijkheid over rolvervulling en verwachtingen. Waar verschillende gremia (zoals de Raad van Toezicht, ondernemingsraad, verenigingsraad, cliëntenraad of MT) met elkaar verwezen zijn vraagt dat niet om méér regels, maar om meer gesprek over rol, mandaat en gezamenlijke bedoeling. Zeker in de (semi)publieke sector zoals bij woningcorporaties, zorginstellingen en omroepen, is die verwevenheid en de gewenste afstemming een groot thema.
Een goed governanceonderzoek helpt dat gesprek weer op gang te brengen: het maakt zichtbaar hoe mensen hun verantwoordelijkheid beleven, waar loyaliteiten botsen en hoe structuur en cultuur elkaar kunnen versterken in plaats van verzwakken.
Bij EBBEN Partners zien we governance als een ‘levend systeem’: een combinatie van structuur, cultuur en interactie. Juist in tijden van spanning biedt onafhankelijk onderzoek de ruimte om opnieuw evenwicht te vinden tussen verantwoordelijkheid, vertrouwen en resultaat.
Want uiteindelijk draait governance niet om regels of organogrammen, maar om de manier waarop mensen gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen; voor hun rol, voor elkaar en voor het publieke belang.
Lees ook uit de reeks Integriteit in de praktijk: Wat we leren van onze onderzoeken: integriteit in praktijk.
Wilt u meer weten over het voorgaande, maak dan contact met Cosmo Schuurmans of Berend Snijders.