Al jaren ondersteunen wij diverse accountantsorganisaties op het onderwerp fraude en integriteit. In 2024 zijn wij begonnen met het bundelen van onze ervaringen en adviezen. Zie hiervoor ook de eerdere publicaties ‘Dat wordt toch nooit materieel’ en ‘Aandachtspunten voor de controle 2025’.
Sinds de laatste publicatie hebben de ontwikkelingen in de sector niet stil gestaan. Het rapport van de AFM van 30 januari 2025 springt hier nog het meest tussenuit. De vraag die wij van veel accountantsorganisaties krijgen is: Maar hoe dan wel?
In deze publicatie nemen wij jullie mee naar onze visie op de ontwikkelingen in het accountantsvak en de ondersteuning die EBBEN Partners hierin kan bieden.
De manier waarop accountantsorganisaties omgaan met frauderisico’s bij cliënten staat de laatste jaren steeds nadrukkelijker in de schijnwerpers. Toezichthouder AFM, beroepsorganisatie NBA en de politiek in Den Haag leggen meer en meer nadruk op de maatschappelijke rol van de accountant. In die context worden ook hogere eisen gesteld aan de wijze waarop accountantsorganisaties frauderisico’s in het controle- en samenstelproces onderkennen, beoordelen en adresseren. Dit vraagt niet alleen om technische vakkennis, maar ook om visie, gedrag en een goed verankerde organisatiecultuur die de professioneel kritische instelling stimuleert.
Vanuit de toezichthoudende en maatschappelijke druk wordt er van accountantsorganisaties gevraagd om expliciet beleid te ontwikkelen over de manier waarop zij willen omgaan met frauderisico’s bij cliënten. Dat beleid moet niet alleen zichtbaar verankerd zijn in de visie en strategie van de organisatie, maar ook richtinggevend zijn voor de uitvoering in de praktijk. Met een horizon van drie tot vijf jaar moeten organisaties aantoonbare, meetbare verbeteringen realiseren. Denk aan scherpere risico-inschattingen, steviger oordeelsvorming en beter onderbouwde controlemaatregelen en -documentatie, maar ook aan gedragsmatige componenten zoals aanspreekcultuur en onderlinge communicatie. Onze ervaring leert dat, zodra de juiste focus wordt gelegd op het onderkennen en adresseren van de frauderisico’s, het controleteam meer effectiviteit en energie krijgt van het uitvoeren van het vak. Het doorontwikkelen van kennis en vaardigheden op het onderwerp fraude maakt met andere woorden het vak (weer) aantrekkelijk.
Volgens onze waarnemingen zijn veel accountantsorganisaties al intensief bezig met het professionaliseren van hun aanpak rond fraude. Enkele opvallende en positieve ontwikkelingen zijn:
Deze initiatieven dragen bij aan bewustwording, vaktechnische verdieping en een cultuur waarin fraude bespreekbaar is. Toch blijft de vraag: is dit voldoende?
Ondanks de goede ontwikkeling zijn er gebieden die volgens ons nog meer aandacht vragen. We noemen er enkele. Allereerst de gedragscomponent. Binnen de professioneel kritische instelling (PKI) vergen het daadwerkelijk bespreken, uitspreken, aanspreken en het faciliteren van dialoog meer aandacht. Intervisie, vaktechnische overleggen en trainingen zijn belangrijke middelen om dit verder te brengen. Daarnaast mag meer aandacht bestaan voor succesfactoren in teams die leiden tot kwalitatief goede controles, maar ook voor factoren die hebben geleid tot het missen van zaken in de controle. Met andere woorden: heb niet alleen aandacht voor de vaktechnische inhoud, maar ook voor de team dynamiek. Identificeer en deel good practices.
Daarnaast verdient diepgaande data-analyse, inclusief toepassingen van kunstmatige intelligentie, een prominentere plek in het controleproces. De technologie is er, maar consistent en professioneel gebruik vraagt om verdere scholing en integratie in standaard werkwijzen.
Ook is er winst te behalen door te werken met sectorgroepen die frauderisicofactoren per sector in kaart brengen. Specifieke aandacht zou moeten uitgaan naar risico’s op het gebied van corruptie en ondermijning, thema’s die nog te vaak onderbelicht blijven in standaard risicoanalyses.
Om structurele verbetering te realiseren, is het van belang dat initiatieven zoals de inzet van Fraude Champions niet incidenteel blijven, maar stevig worden verankerd. Dat begint bij duidelijke functieomschrijvingen, gekoppeld aan persoonlijke ontwikkelplannen, opvolging en evaluatie.
Daarnaast is het cruciaal om in te zetten op olievlekwerking: leren van goede voorbeelden binnen de organisatie, en die kennis actief verspreiden. Denk aan het intern delen van best practices, casussen en reflecties in team- en kantoorbijeenkomsten.
De bewustwording van frauderisico’s moet bovendien via diverse kanalen en middelen worden ondersteund: e-learnings, workshops, (video)podcasts, dashboards, rondetafels, dilemma’s en coaching on the job.
Tot slot verdienen twee groepen bijzondere aandacht: de samenstelpraktijk en de jongere generatie accountants. Bij samenstellers speelt het frauderisico evenzeer een belangrijke rol, en ook daar is het van belang dat bewustzijn en signalering op niveau zijn. En de jongeren in de organisatie? Zij staan vaak het dichtst bij de cliënt en moeten de fraudesignalen als eersten oppikken. Toch worden zij vaak pas in tweede instantie betrokken bij Fraudechallenges of panels. Dat is een gemiste kans.
De weg naar een professionele, toekomstbestendige aanpak van frauderisico’s vraagt om visie, samenhangend beleid en concrete actie. Er is al veel in beweging, maar juist nu is het tijd om door te pakken. Niet omdat de AFM of de politiek het zegt, maar omdat het hoort bij goed vakmanschap én bij de maatschappelijke rol van de accountant.
EBBEN ondersteunt accountantsorganisaties met forensische oplossingen: van beleid tot het ontwikkelen van tools die toegepast kunnen worden in de werkzaamheden. U kunt hier meer over lezen in onze whitepaper.
Wilt u nadere informatie over het voorgaande, maak dan graag contact met mevrouw Kim Scholten RA, Vincent Steenbakkers RA of de heer Evert Jan Lammers RA: info@ebbenpartners.nl, 035-205 75 75.