Nu de Coronacrisis aanhoudt, zullen veel gezonde bedrijven alsnog in moeilijkheden raken. Sommige daarvan kunnen nog net overleven door de Corona-steunmaatregelen. Maar bij de andere bedrijven staat het water aan de lippen en die kunnen alleen overleven met professionele hulp.
EBBEN Partners is een onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau op het gebied van governance, risk & compliance. Een van de diensten van EBBEN is de ondersteuning bij bedrijfseconomische crisissituaties en herstructurering. Wij kunnen direct optreden bij bedrijven als er geen tijd meer is om effectief te ondernemen.
Wij staan naast de ondernemer om het tij te keren en brengen in crisissituaties overzicht en rust. Wij helpen de ondernemer om de balans te vinden tussen de nodige financiële ingrepen en de dagelijkse bedrijfsvoering. Het beheer van het werkkapitaal/de liquiditeitspositie, de juiste sturingsinformatie en communicatie staan centraal.
Wij starten altijd met een persoonlijke intake met de ondernemer. Dit is een intensieve sessie waarbij de situatie in kaart wordt gebracht. Wij maken een inschatting of de ondernemer, het bedrijf en de omstandigheden voldoende mogelijkheden bieden voor een succesvolle aanpak. Vervolgens maken wij een voorstel waarin de problematiek is samengevat en presenteren een stappenplan voor de mogelijke oplossingen. Ons uitgangspunt is: betrokken, eenvoudig en slagvaardig. Onze aanpak is als volgt:
1. Crisis onder controle brengen: zorgen voor overzicht, rust en risico’s minimaliseren;
2. De oorzaken van de problemen aanpakken;
3. Organisatie op orde brengen;
4. Overdracht naar de gewenste situatie.
Regelmatig treedt EBBEN op voor bedrijven in moeilijkheden richting – de bank, de Belastingdienst, leveranciers en andere schuldeisers – om tot oplossingen te komen.
Ons team bestaat uit accountants, juristen, register valuators en consultants die uw vraagstukken zorgvuldig oppakken.
Wilt u meer informatie of wilt u weten wat wij voor u kunnen betekenen? Kijk dan op de website van EBBEN. Of neem contact op met één van onze specialisten:
Dit is een speciale uitgave van de nieuwsbrief van EBBEN Partners. Hiermee geven we u en andere geïnteresseerden een overzicht van de belangrijkste steunmaatregelen tijdens de coronacrisis en van onze diensten om uit de problemen te blijven. Tevens nodigen we geïnteresseerden uit voor het webinar, “Ondersteuning van bedrijven in financieel zwaar weer”, een webinar dat we in april meerdere keren vrijblijvend zullen aanbieden.
Let goed op uzelf en elkaar, graag tot ziens in 2020!
Namens het hele EBBEN-team
Evert-Jan Lammers, Cosmo Schuurmans en Marcel Westerhoud
Bent u of kent u een organisatie die bang is voor betalingsproblemen of zoekt u informatie en advies over maatregelen? Contact: Kai-Chun Chan en Edwin Claassen, telefoon 035-2057575 of ga naar het contactformulier.
EBBEN Partners is een onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau op het gebied van governance, risk en compliance. Wij helpen bedrijven en andere organisaties om in-control te blijven, ook tijdens incidenten zoals problemen met liquiditeit, continuïteit of reputatie.
Door de coronacrisis zullen veel meer bedrijven in financieel zwaar weer terecht komen dan de afgelopen jaren. Hiervoor kunnen ondernemers al jaren terecht bij EBBEN Intensive Care. De naamkeuze voor deze dienst van EBBEN lijkt nu wat ongelukkig, maar het is precies wat we voor u doen: helpen om krachtig in te grijpen vlak voordat het te laat is.
Als er financieel zwaar weer dreigt, zetten wij de klok stil zodat de ondernemer zijn ondernemings-activiteiten ongestoord voort kan zetten. Wij leggen direct contact met de stakeholders en brengen de crisissituatie onder controle. Daardoor wordt een mogelijk faillissement voorkomen.
Wij hebben een ruime ervaring met alle veel voorkomende stappen:
Overheidsmaatregelen
De ondernemer gebruik laten maken van overheidsmaatregelen waar hij voor in aanmerking komt zoals investeringssubsidies en werktijdverkorting, en van de noodmaatregelen tijdens de coronacrisis.
Ingrijpen bij een acuut probleem
Invoeren en toepassen van balansverkorting, actief debiteurenbeheer (incassobeleid en factoring), margeverbetering door moeilijke keuzes te maken, aflossingsplannen langlopende schulden, leasing, factoring, schuldsanering, verkopen van bedrijfsonderdelen, en koude sanering.
Organisatie op orde brengen
Aanpassen van de bestuursstructuur en de informatievoorziening, reviseren van contracten en verplichtingen, oplossen van juridische geschillen, optimaliseren van het personeelsbestand, optimaal benutten van productiemiddelen en het toepassen van een krachtiger financieel beheer.
Zwaar weer gesprekken
Overleg met de banken, betalingsregeling treffen met de belastingdienst, overleg met stakeholders zoals klanten en leveranciers.
Wilt u meer informatie of advies over deze diensten?
Contact: Kai-Chun Chan en Edwin Claassen
Bel: 035-2057575 of vul contactformulier in.
Ons webinar “Ondersteuning van bedrijven in financieel zwaar weer” helpt u om uit zwaar weer te blijven. Of om u naar rustiger vaarwater te loodsen als u al zware problemen ondervindt. Zowel tijdens als na de coronacrisis.
Evert Jan Lammers
Kai-Chun Chan
Edwin Claassen
Allen werkzaam bij EBBEN Partners.
Donderdag 16 april 2020 van 14:00-14:45. Heeft reeds plaatsgevonden.
Donderdag 23 april 2020 van 19:30-20:15 uur. Heeft reeds plaatsgevonden.
Dinsdag 28 april 2020 van 19:30-20:15 uur. Bekijk dit webinar via deze link.
Hierna zetten wij voor u de volgende steunmaatregelen op een rij:
Vindplaatsen van de genoemde steunmaatregelen.
Werkgevers kunnen bij het UWV een substantiële tegemoetkoming in de loonkosten aanvragen voor werknemers waar zij wel of geen doorbetalingsplicht voor hebben. De regeling vervangt de werktijdverkorting die wordt ingetrokken en is bedoeld om zoveel mogelijk werknemers aan het werk te houden. De regeling kan worden aangevraagd voor een periode van 3 maanden met een mogelijkheid van verlenging van 3 maanden. Aan de verlening kunnen extra voorwaarden worden gesteld.
Deze regeling is gebaseerd op het al bestaande Bbz (Besluit bijstandverlening zelfstandigen). De Bbz is tijdelijk versoepeld vanwege de bijzondere Corona-situatie. Aanvragen worden sneller behandeld en de inkomensondersteuning hoeft later niet te worden terugbetaald. Er zijn twee vormen van ondersteuning mogelijk:
Mkb-bedrijven die door noodgedwongen sluiting, de inperking van bijeenkomsten en/of het negatieve reisadvies schade lijden komen in aanmerking voor een eenmalige tegemoetkoming (gift) van € 4.000. Het moet gaan om een geregistreerde fysieke inrichting buiten huis.
Een greep uit de branches die voor deze regeling in aanmerking komen:
detailhandel |
logiesverstrekking |
reisbemiddeling en reisorganisaties |
dansscholen, kunstzinnige vorming |
rijscholen |
kunst |
wellness en overige dienstverlening |
eet- en drinkgelegenheden |
bioscopen |
haar- en schoonheidsverzorging |
sauna’s, solaria, zwembaden, fitnesscentra, sportclubs en sportevenementen |
bepaalde private culturele instellingen zoals musea, circus, theaters, schouwburgen en muziekscholen |
evenementenlocaties en organisatoren |
casino’s |
loterijen en kansspelen |
Je kunt de regeling niet zelf aanvragen. Maar je kunt een geaccrediteerde financier vragen van de regeling gebruik te maken. Meestal is dat de bank. De geaccrediteerde financiers staan op de website van het RvO:https://www.rvo.nl/subsidie-en-financieringswijzer/borgstelling-mkb-kredieten-bmkb/deelnemen-als-financier
Mkb’ers en grote bedrijven die moete hebben om bankleningen en garanties te krijgen kunnen gebruik maken van de Garantie Ondernemersfinanciering-regeling (GO). De overheid geeft een 50% garantie op bankleningen en bankgaranties. Het maximum per onderneming ligt tijdelijk op 150 miljoen euro, maar het kabinet streeft ernaar om alle garantieruimte te verstrekken die nodig is.
Er zijn voor deze regeling nog geen voorwaarden uitgewerkt.
Om gebruik te maken van de regeling meld je je bij je bank.
Voor rentekorting op je bestaande microkrediet bij Qredits, of een nieuwe kredietaanvraag, kun je rechtstreeks bij Qredits terecht.
Als u nog vragen heeft kunt u ons altijd bellen of mailen.Hartelijke groet,
Nicole van Zuilen
Adviseur Marketing en Communicatie
Bent u al bekend met het UBO-register? Zeker is dat het UBO-register er komt. Wanneer is nog niet helemaal duidelijk, maar de verwachting is dat het register vanaf voorjaar 2020 in werking treedt. In Nederland krijgen zo’n 1,5 miljoen organisaties te maken met het register. Maar wat houdt dit in en waarom wordt het UBO-register eigenlijk in het leven geroepen? In dit artikel leggen we uit wat het UBO-register is en waarom de regelgeving verandert. Ook updaten we u over de huidige status van het UBO-register in Nederland én België.
UBO staat voor Ultimate Beneficial Owner, hiermee wordt de uiteindelijk belanghebbende van een organisatie bedoeld. Een UBO is dus een natuurlijk persoon, die de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over een organisatie.
Denk aan een persoon met meer dan 25% aandelen in een BV of iemand die meer dan 25% direct of indirect eigendomsbelang heeft in een VOF of maatschap. Voor vele verschillende soorten organisaties van verschillende juridische vormen is er uiteindelijk een UBO die vermeld zal moeten worden in het UBO-register. Er kunnen meerdere UBO’s zijn voor één organisatie.
Het doel van het UBO-register is het bestrijden van witwaspraktijken, fraude, corruptie, belastingontduiking en financiering van terrorisme. Het register komt voort uit Europese regelgeving, waarmee de EU haar lidstaten verplicht stelt in een register bij te houden welke UBO verbonden is aan verschillende juridische entiteiten. Dit register wordt per lidstaat opgezet en bijgehouden, gegevens worden dus niet in één groot Europees register verzameld. Het gaat hierbij om organisaties zoals bedrijven en stichtingen maar ook om trusts.
Het UBO-register moet transparanter maken wie aan de touwtjes trekt bij in Nederland of België opgerichte organisaties. Enerzijds om te voorkomen dat financieel-economische criminaliteit niet meer verborgen kan worden achter verschillende rechtsvormen, anderzijds om personen en organisaties beter te informeren over met wie zij precies zaken doen.
De wet die het UBO-register verplicht maakt binnen de Europese Unie is op 30 mei 2018 aangenomen. Maar hoe staat het met de wetgeving in Nederland? De wet die het UBO-register mogelijk maakt is in april 2019 ingediend en op 10 december 2019 aangenomen door de Tweede Kamer. Op dit moment wacht de wet nog op goedkeuring door het parlement. Wanneer de wet behandeld zal worden is nog niet duidelijk, wél is duidelijk dat de regering het register in het voorjaar van 2020 in wil laten gaan. In Nederland zal overigens een uitzondering gelden op de Europese wetgeving, omdat het Nederlandse recht geen trust of andere vergelijkbare constructie kent.
De wet is alleen van toepassing op organisaties die in Nederland zijn opgericht. Buitenlandse ondernemingen en rechtspersonen met een hoofd- of nevenvestiging in Nederland worden niet in het Nederlandse UBO-register opgenomen. Zij moeten zich houden aan de regelgeving van het land waar zij zijn opgericht.
In België is het UBO-register al in werking gesteld. Bedrijven, opgericht in België, moesten voor 30 september 2019 de uiteindelijk begunstigden voor de eerste keer registreren. Hierna is een gedoogperiode ingesteld tot 31 december 2019, voor organisaties die nog geen UBO geregistreerd hadden.
Inmiddels is de wet dus volop in werking en moeten de UBO’s van in België opgerichte organisaties verplicht geregistreerd staan in het Belgische UBO-register. Meer over de registratie van uw UBO en de openbaarheid van het register leest u in dit artikel.
Bent u voorbereid op de introductie van het UBO-register? De verwachting is dat de registratieplicht in het voorjaar van 2020 ingaat. Maar wat houdt dit in en welke gevolgen heeft dit voor uw organisatie? In dit artikel leggen we uit wat een UBO is, voor welke organisaties het UBO-register van toepassing zal zijn en welke gegevens openbaar zullen worden.
UBO staat voor Ultimate Beneficial Owner, uiteindelijk belanghebbende van een organisatie. Hiermee worden de natuurlijke personen achter organisaties bedoeld. Mensen die:
Deze personen worden gezien als degene die uiteindelijk de touwtjes in handen hebben binnen de organisatie. De registratie van deze personen is door de EU verplicht gesteld. Het doel is te voorkomen dat de anonimiteit van verschillende juridische entiteiten misbruikt wordt voor financieel-economische criminaliteit. De transparantie over de uiteindelijke belanghebbenden moet fraude, corruptie, witwassen, belastingontduiking en financiering van terrorisme tegengaan.
De UBO-registratieplicht geldt in Nederland nog niet, zodra deze wel gaat gelden hebben organisaties anderhalf jaar de tijd om aan de registratieplicht te voldoen. Wanneer de wet in werking treedt zal deze alleen gelden voor organisaties die in Nederland opgericht zijn. De registratieplicht zal dan gelden voor de volgende organisaties:
De registratie geldt niet voor de volgende organisaties:
Is uw organisatie niet in Nederland opgericht? Dan geldt de Nederlandse registratieplicht niet en moet u zich houden aan de regels van het betreffende land. Is dit een land binnen de EU? Dan zal UBO-registratie alsnog verplicht zijn of worden.
Het UBO-register gaat onderdeel uitmaken van het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) en verwerkt worden conform de Algemene Vordering Gegevensbescherming (AVG). Een deel van de informatie zal openbaar zijn en tegen een bepaald tarief voor iedereen inzichtelijk zijn. Personen die het UBO-register willen raadplegen moeten zich eerst online registreren en identificeren.
De volgende gegevens zullen openbaar zijn:
Het UBO-register zal door bevoegde autoriteiten gebruikt worden om onderzoek te doen naar verdachte geldstromen. De volgende gegevens zijn alleen inzichtelijk voor de bevoegde autoriteiten en de Financiële Inlichtingen Eenheid:
Na een reeks incidenten in de woningcorporatiesector werd drie jaar geleden de Woningwet 2015 ingesteld. Die wet overlaadde de sector met controlemaatregelen en nieuwe instituties. (meer…)
Als gevolg van een Europees besluit moeten honderdduizenden bedrijven in de EU een meldkanaal hebben voor het rapporteren van misstanden aan de autoriteiten. In België gaat het om circa 15.000 bedrijven. Vanaf 3 januari 2018 kan de FSMA maatregelen opleggen. Evert-Jan Lammers adviseert bedrijven om er een volwaardig intern meldpunt van te maken, dat gelijktijdig zorgt voor risicobeheer en reputatiemanagement.
Evert-Jan Lammers
Wie? Partner bij EBBEN Partners. Tevens bestuurslid van Transparency International (Belgium) en erevoorzitter van het Institute of Fraud Auditors (IFA) Belgium.
Wat? Een intern meldpunt is een onmisbare schakel voor risicobeheer en bescherming van de reputatie van een bedrijf. De kosten zijn verwaarloosbaar ten opzichte van de voordelen.
Veel bedrijfsschandalen beginnen niet op bestuursniveau maar ergens middenin de organisatie. Denk aan dieselgate, omkoping in het buitenland en #metoo zaken. Als het bestuur er eerder op wordt gewezen, en de juiste stappen zet, kan ze een schandaal vermijden. Schandalen ontstaan wanneer de misstanden gedurende langere tijd verborgen kunnen groeien. Verborgen door medewerkers die het eigen belang boven het bedrijfsbelang stelden. Of door collega’s die op de hoogte waren, maar geen weg kennen om het veilig aan te kaarten. Als het verkeerd loopt, krijgt de organisatie later de rekening gepresenteerd. Het gaat om misstanden zoals prijsafspraken, misbruik van voorkennis, omkoping, lekken van vertrouwelijke informatie, financiële fraude en grensoverschrijdend gedrag.
Sinds kort moeten in België circa 15.000 bedrijven misstanden melden aan de Financial Services and Markets Authority (FSMA). Bedrijven zitten niet te wachten op de nieuwe verplichtingen, maar gelukkig mogen ze grotendeels zelf bepalen hoe ze het aanpakken. Hoe kan een slimme aanpak ook voordelen opleveren voor het bedrijf?
INTERN
Vaststaat dat bedrijven met een intern meldpunt de helft minder schade leiden door fraude dan bedrijven zonder meldpunt (ACFE, 2016). Een meldpunt zorgt er namelijk voor dat verborgen misstanden vroeger worden ontdekt en dus minder kunnen groeien. De schade die fraude toebrengt aan bedrijven bedraagt gemiddeld vijf procent van de bedrijfsomzetten (!) dus een intern meldpunt kan de winstgevendheid van een bedrijf gevoelig verbeteren.
Een goed intern meldsysteem is veilig: het beschermt primair de identiteit van de melder en de vertrouwelijkheid van de melding. Verder voldoet het aan de eisen gesteld door de wet, de FSMA en andere organisaties zoals Transparency International.
Melder: de melding wordt vertrouwelijk behandeld; de melder mag anoniem melden; als de melding te goeder trouw wordt gedaan, geniet de melder bescherming en heeft recht op vergoeding voor geleden schade; het interne meldpunt is er niet alleen voor werknemers maar ook voor derden zoals klanten, vendors en uitzendkrachten.
Meldpunt: het meldpunt is digitaal en staat op een externe server, beschermd tegen glurende blikken uit de organisatie; de melding wordt geëncrypteerd doorgegeven aan het meldcomité in het bedijf; het IP–adres van de melder wordt niet doorgegeven; het meldpunt is interactief, ook voor anonieme melders; het is 24/7 bereikbaar in de gewenste talen; het meldpunt biedt een case-management systeem.
Meldcomité: het comité dat de meldingen doorgestuurd krijgt vanuit het meldpunt, bevindt zich bij het auditcomité of een ander onafhankelijk bestuurslid; het meldcomité beschikt over voldoende deskundigheid om te beoordelen of de melding moet worden doorgegeven aan de FSMA, en of het intern moet worden onderzocht; het meldcomité kan voor de beoordeling en het onderzoek zelfstandig externe ondersteuning inroepen, zoals van een advocaat en een fraud auditor; het meldcomité legt periodiek verantwoording af aan het bestuur over de ontvangen meldingen en de afwikkeling ervan.
Onderzoek: de private onderzoeker is op de hoogte van de geldende wetten en regels in en rond het bedrijf en werkt volgens professionele standaarden zoals van het Institute of Fraud Auditors (IFA) en de Association of Certified Fraud Examiners (ACFE).
EXTERN
Indien het interne meldcomité van mening is dat de melding moet worden doorgegeven aan de FSMA, dan wordt dat onmiddellijk gedaan, al dan niet via de compliance officer. Ondertussen kan het bedrijf een eigen onderzoek starten met het doel om de misstanden te beëindigen, de schade te beperken, herhaling te voorkomen, en sancties op te leggen. De raad van bestuur heeft daarin een eigen verantwoordelijkheid en moet niet op de FSMA wachten. Wel moet het bedrijf meewerken aan een onderzoek door de FSMA. De FSMA heeft de opdracht om de identiteit van de melder te beschermen.
Bijzonder is de situatie waarin de ontvangen melding niet moet worden doorgegeven aan de FSMA, maar het Parket wel geïnteresseerd zou kunnen zijn in de informatie, zoals bij omkoping, financiële fraude of grensoverschrijdend gedrag. Ter bescherming van de identiteit van de melder en de vertrouwelijkheid van de data doet het bedrijf er verstandig aan om de zaak in handen te geven van een advocaat of (externe) legal counsel. Onder diens verschoningsrecht houdt het bedrijf alle opties open: intern onderzoek doen, schikken, self-reporting, aangifte doen, al dan niet met burgelijke partijstelling, enzovoort. Ook hier heeft de raad van bestuur een eigen verantwoordelijkheid en moet niet altijd aangifte doen. Wel moet het bedrijf meewerken aan een onderzoek door Justitie, maar bepaalde informatie kan dus onder het verschoningsrecht vallen.
MELDING
Een intern meldpunt vervangt niet de normale gesprekken over misstanden, zoals met een collega, leidinggevende of HR-officer. Maar wanneer deze normale gespekken niet kunnen plaatsvinden, bijvoorbeeld uit vrees voor de loopbaan, dan biedt het interne meldpunt een veilige oplossing. Er wordt voorkomen dat de misstand doorgroeit. En de melder voelt zich niet genoodzaakt om naar een journalist of naar justitie te stappen. Intern melden is niet ‘het nieuwe klikken’ want melden gebeurt vanuit een hoger belang, klikken vanuit een lager belang.
GEBLOKKEERDE MELDING
Een melding leidt meestal tot een intern onderzoek, soms ook door een toezichthouder of Justitie. De melder kan nog zo overtuigd zijn van het onrecht, hij/zij zal twijfelen om het te laten onderzoeken: Was het een uitzondering? Overdrijf ik niet? Geloven ze me wel? De impact zal voor zowel de melder als de beschuldigde enorm zijn. Om die redenen wordt er vaak gezwegen. Dan kan de mogelijkheid van een zogenaamde ‘geblokkeerde melding’ uitkomst bieden. Zo’n melding wordt pas gedeblokkeerd en onderzocht als ten minste drie melders grensoverschrijdend gedrag over dezelfde persoon hebben gemeld. De melder weet zich dan gesteund door tenminste twee andere melders. Was er in #metoo zaken telkens de mogelijkheid geweest om zo’n geblokkeerde melding te doen, dan hadden de betrokken organisaties jaren eerder kunnen ingrijpen. Verder gaat er van deze mogelijkheid een belangrijke preventieve werking uit: drie – in de ogen van de boosdoener ‘niet ernstige’ – incidenten kunnen hem/haar fataal worden. Het interne meldpunt kan zoiets regelen.
VERANTWOORDELIJKHEID
Het openzetten van een intern meldpunt schept een zware verantwoordelijkheid voor de aanbieders van het systeem en de gebruikers van de informatie. De veiligheid van het melden moet hoogste prioriteit krijgen om het vertrouwen in – en daarmee de effectiviteit van – het systeem niet in gevaar te brengen. Een bron waar te gulzig uit wordt gedronken valt droog.
Heeft u ondersteuning nodig bij de implementatie?
Bel voor meer informatie met Cosmo Schuurmans, partner bij EBBEN Partners, 06-46236606.
Opinie | Hans Strikwerda, managementadviseur en hoogleraar, en Jaap ten Wolde, adviseur corporate governance en integriteit bij EBBEN Partners
Hoe kan het dat het met enige regelmaat misgaat in het toezicht terwijl betrokkenen beschikken over een mooie CV, niet zelden over een lange bestuurlijke ervaring en er van opzet zelden sprake is? We hebben er onderzoek naar gedaan en de antwoorden op deze vraag zijn fundamenteel. Om meteen de belangrijkste oorzaken te noemen: er is vaak een groot gebrek aan rolbewustzijn, gebrek aan kennis gekoppeld aan overschatting van eigen kunnen, gebrek aan zelfreflectie en onderschatting van de rol en betekenis van het begrip integriteit.
De tekortkomingen bij het toezicht kunnen grofweg in twee categorieën worden verdeeld: gebrek aan kennis en gebrek aan vaardigheid om om te gaan met de psychologie in de boardroom. Uitoefening van het vak van toezichthouder vereist een scala van kennis, die geregeld wordt uitgebreid en geactualiseerd. De toezichthouder dient op de hoogte te zijn van nieuwe bestuursinstrumenten, nieuwe organisatievormen en van technologische ontwikkelingen.
Handige voorzitter
Er rust een taboe op om te zeggen dat er in board meetings vaak sprake is van intimidatie
Psychologische vaardigheden moeten voorkomen dat men te veel is gericht op acceptatie door de anderen, met als gevolg dat geen kritische vragen worden gesteld, of onplezierige beslissingen niet worden genomen. Mannen durven vaak niet uit te spreken dat ze een voorstel niet begrijpen, in tegenstelling tot vrouwen. Een beetje handige voorzitter of bestuurder weet in zo’n situatie hoe hij een voorstel waarop valt af te dingen, toch aangenomen krijgt. Er rust een taboe op om te zeggen dat er in board meetings vaak sprake is van intimidatie.
Wij menen dat het wenselijk is dat – naar analogie van de opstelling van deNederlandse governance code – een gezelschap van deskundigen om de drie, vijf jaar een curriculum vaststelt van de benodigde (minimum) kennis envaardigheden voor toezichthouders. En dat dit curriculum aan de basis komtte staan van programma’s bij de opleidingsinstituten voor toezichthouders in Nederland. De periodieke aanpassingen in het curriculum vormen input vooreen programma van permanente educatie. Als een dergelijke opzet slaagt kunnen sectoren als woningcorporaties, zorg en onderwijs hun specifiekeelementen aan het curriculum toevoegen. Externe toezichthouders kunnen vervolgens bij hun toezicht toetsen of de interne toezichthouders deadequate opleiding en training hebben gevolgd of volgen.
Dit idee kreeg tijdens de presentatie van ons boek Verplichte literatuur voor commissarissen en bestuurders een ijskoud onthaal van een tiental opleidingsinstituten. We raden naar de redenen van deze kou: ‘niet nodig,want een diploma van ons instituut zegt al genoeg’, of ‘wij hebben al een certificaat, en dat voldoet aan Europese criteria’, en ‘wij zoeken het in onze sector zelf wel uit met onze externe toezichthouder.’ Maar ook deze: ‘onze sector is zo bijzonder, wij willen een eigen programma’, en ‘het lukt, niet want deskundigen zijn eigenwijs en worden het nooit eens.’
Cultuur
Stop de onzinnigheid om compliance en integriteit op één hoop te gooien
Vanwaar dit pleidooi voor eenalgemeen curriculum? Omdatprogramma’s van instituten sterk verschillen Omdat commissarissenzelden uitsluitend binnen eensector werken. Omdat beginnende commissarissen te overtuigen die somsdenken dat hun bestuurlijke en levenservaring wel voldoende zijn en het vertikken om in de schoolbanken te gaan zitten..
Wij pleiten er aldus voor om in Nederland gelijkluidende definities te hanteren voor gelijksoortige begrippen. Dan stopt mogelijk de onzinnigheid om compliance en integriteit op één hoop te gooien, en krijgt het containerbegrip ‘cultuur’ voor een ieder een gelijke inhoud. Dit zal het ‘cultuur bla bla’ beperken. Informeel overleg met enkele externe toezichthouders bevestigt ons dat zij een dergelijke ontwikkeling zouden toejuichen en ‘belonen’ in hun toezicht.
VNO/NCW, MKB Nederland en ONL kom in actie. Ministerie van Economische Zaken sponsor zo’n initiatief, want via de periodieke aanpassing van het curriculum kan de focus van de aansturing van de Nederlandse economie centraal worden beïnvloed.
Hans Strikwerda, managementadviseur, hoogleraar en commissaris, en Jaap ten Wolde, adviseur corporate governance en integriteit bij EBBEN Partners.
Klik hier voor het volledige artikel van het fd.
Amsterdam, 19 oktober 2017 – EBBEN Partners, een onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau, heeft een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met ZyLAB, Nederlands’ enige leverancier van innovatieve eDiscovery oplossingen.
EBBEN Partners is gespecialiseerd in onderzoeken naar fraude en integriteit en gaat de geavanceerde technologie van ZyLAB gebruiken voor feitenonderzoek naar vermoedens van fraude, corruptie en kartelvorming. Daarnaast zet EBBEN Partners ZyLAB in voor meer preventieve onderzoeken zoals “investigative due diligence”, internal – en compliance audits.
Naast gebruikmaking van het standaard ZyLAB ONE-platform, zal EBBEN Partners op dit platform speciale bibliotheken en “best practices” ontwikkelen om bij onderzoek een nog hoger niveau van automatisering en productiviteit te realiseren.
Als onderdeel van dit proces zullen voor ZyLAB ONE gecertificeerde professionals van EBBEN Partners, bij de onderzoeken nauw samenwerken met de specialisten van ZyLAB. Zo wordt ZyLAB-techniek optimaal gecombineerd met de specialistische onderzoekkennis van EBBEN Partners.
Het gebruik van ZyLAB ONE eDiscovery levert het onderzoeks- en adviesbureau aanzienlijke efficiëntieverbetering op bij grootschalige dataonderzoeken in de expertisegebieden accountancy, advocatuur, integriteit en security.
Marcel Westerhoud, partner bij EBBEN Partners:
“ZyLAB ONE eDiscovery voorziet EBBEN Partners van de middelen om in de steeds groter wordende collecties data te zoeken, analyseren, filteren en resultaten te visualiseren. ZyLAB combineert het beste van twee werelden: aan de ene kant een sterke drive om voortdurend de allerbeste technologie te leveren en aan de andere kant een scherp vermogen om te luisteren naar de gebruiker die zoekt naar opmaat gesneden functionaliteiten om te voorzien in specifieke behoeften.”
ZyLAB biedt haar geavanceerde eDiscovery technologie aan via juridische SaaS-platformen die kostenefficiënt en per zaak kunnen worden ingezet.
Over EBBEN Partners
EBBEN is een onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau op het gebied van governance, risk & compliance, met een specialisatie in fraude en integriteit. Het multidisciplinaire team bestaat uit accountants, consultants, data-analisten, auditors en juristen. De partners hebben elk tenminste 20 jaar werkervaring en zijn zelf hands-on betrokken bij de opdrachten.
EBBEN Partners is 1 mei 2015 gevormd door de fusie van een aantal succesvolle dienstverleners op gebied van forensische accountancy en integriteitsadvies. Tot de cliëntenkring van EBBEN Partners behoren advocatenkantoren, financiële instellingen, woningcorporaties, zorg- en onderwijsinstellingen commerciële vastgoedbedrijven en grote, veelal beursgenoteerde ondernemingen.
Ervaring en kennis op gebied van (forensische) accountancy zit in de genen van EBBEN en is door de partners opgebouwd bij onder meer KPMG, PWC, Accenture en Hoffmann. Deze expertise wordt gebundeld met de inzet van forensic technology – waaronder eDiscovery – waardoor een krachtige mix ontstaat die bij de opdrachten van EBBEN kan worden aangewend. Bezoek de website voor meer informatie.
Over ZyLAB
De afgelopen drie decennia heeft ZyLAB nauw samengewerkt met bedrijven, advocatenkantoren en overheidsinstanties om uitdagingen op het gebied van informatieverzoeken, eDiscovery, audits, M&A, contract review en – analyse en andere soorten dataonderzoek het hoofd te bieden.
ZyLAB’s geïntegreerde en klantgerichte benadering van eDiscovery heeft geresulteerd in het schaalbare, bewezen en bekroonde eDiscovery platform ZyLAB ONE eDiscovery.
ZyLAB ONE eDiscovery maakt gebruik van de nieuwste technieken uit de wereld van Artificial Intelligence en Data Science om waarheidsvinding te faciliteren de typische onderzoekdimensies wie, wanneer, waar, waarom, wat, hoe en hoe veel.
ZyLAB is gepositioneerd als ‘leider’ in Gartner’s laatste Magic Quadrant voor eDiscovery Software en de nummer 1 voor volledige EDRM eDiscovery in Gartner’s meest recente ‘Critical Capabilities for E-Discovery Software’ rapport en heeft in de afgelopen dertig jaar tal van andere industrieaccreditaties ontvangen.
ZyLAB ONE eDiscovery wordt vertrouwd door Fortune 1000 bedrijven, overheden, opsporingsdiensten en toezichthouders over de hele wereld. Klanten van ZyLAB zijn onder andere de VN Oorlogstribunalen, het Witte Huis, de European Anti-Fraud Office (OLAF) en Akzonobel. Meer informatie over ZyLAB.
‘Een toezichthouder die tien jaar toezicht houdt zonder verbeteringen, heeft zelf een probleem’ luidde het commentaar van het FD op vrijdag 30 juni. Een stelling die het bewijs in zich draagt.
Dat de kwaliteit van de accountantscontroles moet verbeteren bewijst het te grote aantal ongelukken. Maar bij de schokkende uitkomsten van de onderzoeken van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) kunnen tal van vraagtekens geplaatst worden. De eerste vraag die bovenkomt is hoe het toch komt dat de Nederlandse accountants thans kennelijk de zwakste jongetjes van de internationale klas zijn.
De Nederlandse accountant staat traditioneel internationaal in hoog aanzien. Er is geen internationale task force bij de internationale beroepsorganisaties en kantoren, of er zit wel een Nederlander in. De buitenlandse collega’s van de internationale kantoren zullen met verbazing kennis nemen van de AFM-kwalificaties over Nederlandse accountants.
En hoe zou het nu komen dat al die hoogleraren accountancy al decennia lang geen stap vooruit komen als het gaat om het ontwikkelen van normen waaraan een specifieke accountantscontrole moet voldoen? Waarom zijn er geen gestandaardiseerde controleprogramma’s voor verschillende typen organisaties? Dat komt niet omdat zij niet onafhankelijk zijn. Dat komt omdat het controlewerk in een specifieke situatie niet van te voren en vanaf een bureau vooraf te bedenken valt.
Identieke organisaties bestaan niet. Er zijn verschillen in businessmodellen, in risico’s op een zeer groot aantal gebieden, in niveaus van interne controle, in niveaus van compliance. Niet voor niets heeft er in het accountantsberoep in de laatste decennia een sterke specialisatie plaatsgevonden. Dit om zowel kennis als ervaring te bundelen. En binnen deze gespecialiseerde units bestaan nog steeds geen algemeen geldende gedetailleerde receptenboekjes.
Over de criteria voor een specifieke accountantscontrole bestaan kennelijk grote meningsverschillen tussen accountants en de AFM
Maar ondanks deze specialisatie concludeert de AFM dat 90% van de controles van gemeentes door deze gespecialiseerde accountants onvoldoende is! De conclusie kan niet anders zijn dan dat er over decriteria, waaraan een specifiekeaccountantscontrole moet voldoen, grote meningsverschillen bestaan tussen de accountants en AFM.
Wat ook vragen oproept is het feit dat een kantoor dat aan de schandpaal is genageld, dat absoluut een volgende keer beter uit de bus wil komen en beter wil scoren dan de concurrent, niettemin bij een volgende AFM-inspectie slechter scoort. Je kunt je als kantoor toch niet permitteren om een achteruitgang te laten zien met alle aandacht in de media voor het kwaliteitsprobleem, met schade voor het prestige van het kantoor en met je buitenlandse collega’s op je nek? Waarom gebeurt het dan drie keer achter elkaar? Dit fenomeen is tenminste een onderzoek waard.
Nog een vraagteken. De vier grote kantoren maken elk deel uit van een groot internationaal geheel. Die internationale organisatie stuurt regelmatig controleteams naar de landenleden. Deze ‘oversight reviews’ zijn geen vriendelijke, collegiale toetsingen. Dat zijn stevige inspecties waarbij de prestige van het lid op het spel staat. Wordt er bij die internationale inspecties met andere criteria gewerkt?
En de belangrijkste vraag: hoe bepaalt de AFM haar toetsingscriteria? Is de NBA, de beroepsorganisatie van accountants, daarbij betrokken? Zijn de wetenschappers erbij betrokken? Partners met veel praktijkervaring?
Redelijke mate
Accountant mag verklaring afgeven met ‘redelijke mate van zekerheid’ en hoeft niet te streven naar 100%
Als het hanteren van deze criteriaherhaaldelijk extreme en vragen oproepende uitkomsten oplevert, is er dan niet iets mis met die criteria? Is de AFM zich voldoende bewust van het feit dataccountants, mede om kostprijs-technische redenen, verklaringen mogen afgeven met een ‘redelijke mate van zekerheid’ en dus niet moeten streven naar 100%? Zitten de AFM en de accountants op één lijn bij de methodiek en effecten van risicoanalyse en bij de invulling van het professional judgement?
De laatste vraag: is ‘de top’ van de AFM zwaar genoeg? De bestuurders van de grote kantoren beschikken naast de AFM thans door middel van een raad van commissarissen, bemand met ervaren en brede lieden, over twee countervailing powers. Is de raad van toezicht van de AFM als countervailing power voor het bestuur voldoende breed en zwaar?
Bemoeien deze toezichthouders zich voldoende met het toezichtproces van de accountancysector? Juist voor zo’n machtig lichaam dat geen kritiek zal krijgen uit de kringen waarop hij toezicht houdt, is een zwaar adviesorgaan onontbeerlijk.
Naar mijn mening, gedeeld door betrokkenen in het accountantsveld, dienen partijen — de AFM, de NBA en de wetenschap — in overleg te gaan over de toetsingscriteria. Bij handhaving van de huidige criteria staan de uitkomsten van de volgende AFM-inspecties vast: ruim onvoldoende en weinig of geen verbetering.
Dit overleg zou ook stil moeten staan bij de vraag wat de term ‘kwaliteit van de accountantscontrole’ inhoudt, bij de gevaren van een ‘compliance cultuur’ bij toezichthouders, bij de vraag wat er geleerd kan worden van de bekende ongelukken (de uitspraken van de tuchtrechters lenen zich daar onvoldoende voor), bij de vraag wat een goede beloningsstructuur en/of een goed businessmodel is en tenslotte bij de grenzen van de kosten van accountantscontrole. Een maatschappelijke inbreng bij dit overleg is daarom van belang. Want er is nu al een maatschappelijke impact. Gemeentes en woningcorporaties hebben problemen om een accountant te vinden.
Jaap ten Wolde is partner bij EBBEN Partners en gepensioneerd partner vaktechniek bij KPMG.
Bron: https://fd.nl/opinie/1212118/oordeel-van-afm-over-accountants-roept-veel-vragen-op
U heeft een zakelijk conflict of geschil en zoekt een mediator. EBBEN partners staat u terzijde. Het inschakelen van een mediator bij conflicten biedt veel voordelen. Met mediation heeft u de oplossing voor een geschil zelf in de hand. Mediation is vaak ook sneller en goedkoper dan het voortzetten van een juridische procedure.
EBBEN Partners begeeft zich op het vlak van governance, risk & compliance. Met accountants, juridische specialisten, bedrijfseconomen en data-analisten verrichten wij onderzoek, adviseren wij organisaties en verlenen wij ondersteuning bij rechtspraak en geschillen.
Het kenmerk van mediation is dat partijen, onder begeleiding van een mediator, zelf komen tot een oplossing voor hun conflict. U behoudt dus zelf de controle over wederzijdse afspraken in plaats van dat u bent overgeleverd aan het oordeel van een rechter of arbitragecommissie. En zonder kosten van advocaten. De gemaakte afspraken worden in principe vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Daarmee is mediation een belangrijk instrument voor risicobeheersing. De autonomie van partijen zorgt ervoor dat er alleen een afspraak komt als beide partijen zich daarin kunnen vinden. Met de toename van de aandacht voor corporate governance in het laatste decennium is ook de aandacht voor een adequate vorm van risicomanagement toegenomen. De verwachting is dat mediation ook in het bedrijfsleven steeds meer zal gaan worden toegepast. Al was het maar om de lange doorlooptijden van gerechtelijke procedures te vermijden.
Bel voor meer informatie met Cosmo Schuurmans, partner bij EBBEN Partners, 06-46236606.
Onlangs hadden we een interview met de afscheidnemende IFA-voorzitter Evert-Jan Lammers. Zijn beroepsvereniging Institute of Fraud Auditors (IFA) werd 16 jaar geleden opgericht in Brussel, waarbij hij destijds initiatiefnemer en een van de oprichters was. Vorige week zwaaide hij af als voorzitter 2014-2017. Evert-Jan was ook een van de keynotes bij het afgelopen Risk & Compliance Jaarcongres, waar hij sprak over de ophanden zijnde wetgeving vanuit de EU op het gebied van bestrijding financieel-economische criminaliteit. Wij vroegen hem naar de uitdagingen voor het beroep in de komende jaren.
Risk & Compliance Platform Europe: Kun je eerst in enkele woorden ons een beeld geven van het IFA?
Lammers: “IFA is een onafhankelijke en niet-commerciële beroepsvereniging, waarvan de beroepsopleiding wordt aangeboden door de Antwerp Management School: de Masterclass Fraud Auditing. Sinds de start in 2001 hebben meer dan 250 professionals deze beroepsopleiding gevolgd en heeft IFA er evenzoveel erkend als Registered Fraud Auditor. De afgestudeerden werken aan preventie, detectie en onderzoek betreffende financieel-economische criminaliteit. Ze zijn vooral werkzaam bij interne audit diensten, auditkantoren, politie, justitie, overheden en toezichthouders. Er zijn ook enkele buitenlandse professionals erkend die in België werken, zoals bij de Europese Commissie en bij internationale kantoren.”
Risk & Compliance Platform Europe: Mogen we stellen dat IFA inmiddels een volwassen beroepsvereniging is geworden?
Lammers: “Een economisch beroep is volwassen wanneer alle stakeholders ermee overweg kunnen. Dit jonge beroep is goed op weg. De eerste Registered Fraud Auditors (2003) werkten bij banken en politie. Interne en externe accountancy volgden meteen. Overheden en toezichthouders sloten iets later aan. De erkenning als nationale beroepsfederatie (2009) was een belangrijke stap. Daarmee werden ook de beroepstitel, de beroepsopleiding en de permanente vorming vastgelegd. Nu moet het wettelijk kader nog worden aangepast zodat het beroep zich echt kan gaan ontplooien.”
Risk & Compliance Platform Europe: Is het wettelijk kader nu beperkend?
Lammers: “De huidige wet is de detectivewet van 1991. Deze is tot stand gekomen uit wantrouwen. Het definieert de private onderzoeker als een informant van het Openbaar Ministerie. Er is geen ruimte voorzien om organisaties bij te staan op het gebied van hun risk management. De beroepsopleiding sluit direct aan op het middelbaar onderwijs. Je leert er observeren, achtervolgen, opnames maken, interviewen, etc… Detectives onderzoeken meestal “petty crimes”, zoals overspel, chantage, verzekeringsfraude en winkeldiefstal. De permanente vorming is beperkt.
Dit sluit onvoldoende aan bij de huidige behoeften. Financieel-economische criminaliteit heeft zich in die 26 jaar namelijk in een andere richting ontwikkeld: georganiseerd, internationaal, digitaal en fiscaal. Er is behoefte aan professionals die handelen en denken op het niveau van bestuurders, auditors, toezichthouders en justitie. De RFA-beroepsopleiding is dan ook postuniversitair. En een RFA moet jaarlijks vijf dagen bijscholen in plaats van een dag. Gelukkig voorziet het huidige regeerakkoord in een (grondige) herziening van de wet van 1991.”
Risk & Compliance Platform Europe: Wat is de toegevoegde waarde van een RFA (Registered Fraud Auditor)?
Lammers: “Ons doel is het opleiden en professioneel omkaderen van RFA’s voor de bestrijding van financieel-economische criminaliteit. Onze visie is dat publiek-private samenwerking in bestrijding van financieel-economische criminaliteit maatschappelijke voordelen biedt. Zolang daarvoor geen wettelijk kader bestaat, ondersteunen wij de individuele actoren in hun werk: bedrijven, toezichthouders, overheden, politie, justitie en academici. We proberen om ze allemaal dezelfde basis bij te brengen middels gezamenlijke bijeenkomsten en het delen van informatie. Regelmatig verandert daarbij het speelveld.
Een RFA moet op alle fronten van fraude thuis zijn: fraud risk governance, fraud risk assessments, preventie, detectie, onderzoek en monitoring. Onze normen, beroepsopleiding, en permanente vorming stemmen we af op de ontwikkelingen. Vorig jaar nodigden we de Bijzondere Belastinginspectie uit om een workshop te geven over de Panama Papers. Daar kwamen RFA’s op af uit alle disciplines: banken, advocaten, revisoren, accountants. Recent hebben we de Fraud Risk Management Guide van COSO (2016) aangeduid als dé norm voor antifraudebeleid in organisaties. We gaan daar een workshop over organiseren en daar zullen zich bijvoorbeeld ook magistraten voor inschrijven. Ze leren daar wat ze mogen verwachten van bedrijven.”
Risk & Compliance Platform Europe: Weke uitdagingen liggen er verder?
Lammers: “Er zijn “quick wins” te behalen, maar er zijn ook uitdagingen die nog jaren aandacht vragen. Ik noem er een vijftal, waaronder ook enkele zeer lastige:
Minder versnippering
De anti-fraud community is verdeeld over verschillende ¬organisaties zoals IFA, ACFE, CFIB, IIA, ISACA, Transparency International en CPS, maar ook compliance officers, risk managers en bedrijfsjuristen. En wat te denken van advocaten, toezichthouders en magistraten. In opkomst: Cybercrime platforms, agentschappen, financiële opsporingsdiensten (FOD’s) en de ombudsman. Er is een enorme versnippering van ervaring en van kennis. In de afgelopen jaren hebben we enkele keren met succes gezamenlijke activiteiten georganiseerd, maar het is nog te weinig. IFA heeft die rol opgepakt en moet volhouden.
Brede beroepsopleiding
Er is nood aan een Engelstalige beroepsopleiding voor RFA’s, die tevens voorbereidt voor het CFE-examen van de ACFE. Negentig procent van het studiemateriaal is internationaal uitwisselbaar (behalve de wettelijke context natuurlijk). Alle stakeholders doen hier hun voordeel mee. Tevens kun je in een Engelstalig programma werken met gastdocenten uit het buitenland: personen met een bijzondere ervaring, bijvoorbeeld een SEC-monitor, een commissaris van Europol, of een expert van de Wereldbank. Mensen die kunnen inspireren en het niveau verder omhoog trekken. De RFA van de toekomst denkt internationaal, holistisch, en het is onze verantwoordelijkheid om dat aan te leren. Hier wordt aan gewerkt.
Multidisciplinaire aanpak
Fraud Auditors moeten kunnen samenwerken met andere disciplines zoals advocaten, IT-experts, accountants en auditors. Hun methoden moeten dus goed op elkaar aansluiten. Onze erkenning van de Fraud Risk Management Guide van COSO is een goed voorbeeld hiervan: één vocabulaire, één methodologie, en internationaal.
Publiek-private samenwerking
Fraud Auditors zien zonder uitzondering het nut en de noodzaak in van publiek-private samenwerking voor een betere bestrijding van financieel-economische criminaliteit. Of ze nu in de publieke sector werken, de private sector of bij de magistratuur. Helaas heeft de overheid traditioneel de neiging om te reguleren en te regelen, in plaats van te stimuleren. Zo woekeren er websites, meldpunten, brochures, wetten, instanties, etc… Politici stellen soms daadkracht boven visie met als argument dat het vijf voor twaalf is. Maar bij financieel-economische criminaliteit zal het altijd vijf voor twaalf zijn. Dat verplicht juist tot de tegenovergestelde reactie: luisteren en samenwerken, om zo tot komen tot een degelijke structuur en aanpak: multidisciplinair, publiek-privaat, stimulerend. IFA heeft al studies in die richting gepubliceerd en moet dit blijven uitdragen.
Attitudeverandering
Antifraudebeleid is een “inconvenient truth”: we weten dat het helpt maar we handelen er niet naar want het kost tijd en geld. Financieel-economische criminaliteit neemt dus toe, het rendeert, het floreert. We laten ons hacken, bespioneren, bestelen, omkopen, witwassen. Ondertussen wordt zichtbaar dat dit geen “collateral damage” is van ons relatief liberale economische beleid, maar dat het onze fundamenten raakt: onze bedrijfsgeheimen, de bereikbaarheid van onze websites, de elektriciteit in een ziekenhuis, de veiligheid van een kerncentrale, de prijzen van ons onroerend goed, de financiering van dictaturen. Er is een attitudeverandering nodig, eerst bij onze leiders en bestuurders, dan bij personeelsleden en consumenten. Dit vereist visie: Hoe gaan we er over vijf jaar mee om? Waar willen we over tien jaar staan? Welke normen zullen we dan hanteren? En wat doet de rest van de wereld?”
Risk & Compliance Platform Europe: Enig idee wat kan er op korte termijn verbeterd kan worden?
Lammers: “Er liggen ook wel enkele verbeteringen voor het oprapen. Zo werk ik momenteel aan voorlichtingscampagne om bedrijfsleiders te informeren over de dreiging van financieel-economische criminaliteit en de beschikbaarheid van “quick wins” op dit vlak. Zo proberen we te stimuleren dat bedrijfsleiders een realistische visie ontwikkelen en krachtige maatregelen invoeren die ons potentieel echt beschermen. Ik stel vast dat we al jaren weten hoe het beter kan, maar dat die boodschap nog maar weinig organisaties heeft bereikt. De meeste grote bedrijven zijn ermee bezig, maar daaronder is de spoeling te dun.”
Risk & Compliance Platform Europe: Dat klinkt goed, maar heb je dan in concreto enkele “quick wins” voor die bedrijven?
Lammers:
De volledige studie verschijnt in september aanstaande in samenwerking met een werkgeversorganisatie, die deze echt zal gaan promoten onder haar leden.”
Risk & Compliance Platform Europe: Dank Evert-Jan voor je openhartigheid en succes met je project voor september.
Lammers: “Graag gedaan en tot ziens weer bij een van jullie Congressen.”
Evert-Jan Lammers is qua vorming economist, registeraccountant en RFA. Sinds 2014 is hij partner bij EBBEN, daarvoor was hij werkzaam bij KPMG in Amsterdam, Parijs en Brussel. Hij is jarenlang voorzitter geweest van het Institute of Fraud Auditors (IFA). Evert-Jan is tevens de voorzitter van het Platform International Cooperation van Institute for Financial Crime in Den Haag, penningmeester van Transparency International Belgium, voorzitter European Rating House te Brussel en Executive Professor Antwerp Management School.
Door auteur: Michel Klompmaker van Risk & Compliance Platform Europe.
Bron: https://www.riskcompliance.nl/news/is-fraud-auditing-op-weg-naar-volwassenheid/